Rantsoenbon F2, waarmee spijsvet kon worden gekocht. Deze bon is van maart 1949. De rantsoenering begon in het najaar van 1939 en het gebruik van rantsoenbonnen werd een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijkse leven van burgers. Een consument kon zelfs vijftig verschillende bonnen hebben. De hoeveelheden op de bonnen werden vastgesteld naar de fysieke eisen van het werk van een persoon. Daarnaast werd rekening gehouden met de behoeften van zwangere vrouwen en opgroeiende kinderen. Vlees en aardappelen werden vrijgegeven in 1947, broodgraan, melk, boter, zeep, textiel en schoenen in 1949 en als laatste suiker en koffie in 1954.
Rantsoenbon F2, waarmee spijsvet kon worden gekocht. Deze bon is van maart 1949. De rantsoenering begon in het najaar van 1939 en het gebruik van rantsoenbonnen werd een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijkse leven van burgers. Een consument kon zelfs vijftig verschillende bonnen hebben. De hoeveelheden op de bonnen werden vastgesteld naar de fysieke eisen van het werk van een persoon. Daarnaast werd rekening gehouden met de behoeften van zwangere vrouwen en opgroeiende kinderen. Vlees en aardappelen werden vrijgegeven in 1947, broodgraan, melk, boter, zeep, textiel en schoenen in 1949 en als laatste suiker en koffie in 1954.